Nieuwsbericht

B-learning bijeenkomst: Tips en tricks leren op afstand

Profielfoto van Lotte Smit
Lotte Smit
21 juli 2020 | 2 minuten lezen

De bijeenkomst van het B-learning Platform op 14 juli stond in het teken van online leerinterventies: welke werkvormen zijn passend voor online intervisie, reflectie of een rollenspel en welke grenzen zitten er aan online werken? Sibrenne Wagenaar van Ennuonline nam de deelnemers mee in de ontwerpprincipes voor het leren op afstand. Aan de hand van zes tips zijn voorbeelden voor synchroon (met iedereen tegelijk) en asynchroon (ieder op zijn eigen moment) leren aangereikt.

 

Tip 1 – Bedenk de voordelen van online leren en werken

Het is afhankelijk van het doel of online uitkomst biedt. Het voordeel kan zijn dat het meer flexibiliteit biedt: je kunt deelnemen wanneer en waar je wilt. Door de mogelijkheid om een online bijeenkomst op te nemen en door het wegvallen van reistijd, is er bovendien vaak een hoger aantal deelnemers. Ook is het eenvoudiger om experts te betrekken. Daarbij is de ervaring dat het online werken productiever is. De ervaring dat deelnemers elkaar meer laten uitspreken en dat overleggen bondiger en meer to the point zijn.

Tip 2 – Maak het persoonlijk en zorg gelijk voor interactie

De ervaring leert dat als online eerst gestart wordt met plenaire sprekers en vervolgens inbreng wordt gevraagd van de deelnemers, de interactie moeizamer op gang komt. Het advies is om gelijk te starten met een interactieve werkvorm om de deelnemers direct te betrekken bij de bijeenkomst. Vervolgens kan tijdens een presentatie gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld de whiteboard-functie in ZOOM om de interactie te behouden.

Tip 3 – Denk in (korte) blokken

Het helpt om een draaiboek op te stellen voor synchrone én asynchrone werkvormen. Wat is het doel en welke interactie wil je op gang brengen? Zo wordt vooraf duidelijk hoe deelnemers worden gestimuleerd om aan de slag te gaan, én welke werkvormen worden gebruikt. Het advies is om kleine tijdblokjes te maken om zo de flow erin te houden. Om ook de motivatie te behouden moet aandacht uitgaan naar de sociale verbondenheid: hoe zorg je ervoor dat deelnemers elkaar online tegenkomen en samenwerken aan een opdracht?

Tip 4 – Denk na over toolset

Bij het bepalen van de tools zal naast het doel van de bijeenkomst ook rekening gehouden moeten worden met de digivaardigheden van de doelgroep. Voorbeelden voor tools om te gebruiken zijn Flipgrid, Tricider en Eduflow. Met Flipgrid worden eigen ontwikkelde video’s gebruikt en Tricider is een besluitvormingstool. Om peerfeedback te faciliteren kan Eduflow worden ingezet. Door een at random verdeling kijken deelnemers elkaars producten na en kunnen feedbackvragen worden ingezet. Kijk ook voor een overzicht op de website van de Maastricht Universiteit en deze infographic met online learning tools.

Tip 5 – Wees creatief met ‘blends’

Steeds meer mengvormen worden ingezet en deze blend is breder dan het onderscheid tussen fysiek en online. Het gaat ook over verschillende groepsvormen en bijvoorbeeld het gebruik van een voorwerp in de eigen fysieke ruimte tijdens een werkvorm. 

Tip 6 – Zorg voor goede verbinding synchroon en asynchroon

Bij de blend van werkvormen zal aandacht besteed moeten worden aan de onderlinge samenhang. Als bijvoorbeeld via de ene werkvorm een opdracht wordt uitgezet, zal dit in een andere methode terug moeten komen.

 

Kortom: het online leren biedt kansen. Al met al gaat het over het opdoen van ervaring door met verschillende tools en werkvormen aan de slag te gaan. Zo ontwikkelen deelnemers én facilitators zichzelf in de digivaardigheden. Ook wordt de creativiteit gestimuleerd en worden nieuwe werkvormen en blends opgezet.