Nieuwsbericht

'Verbinden, verbinden en nog eens verbinden'

Profielfoto van Petri Benschop
Petri Benschop
12 februari 2020 | 3 minuten lezen
‘We willen het klein houden, want het gaat om de relaties. Je moet elkaar vertrouwen.’ Daarmee onthult Ton Schulte, centrummanager Meander Medisch Centrum, een van de succesfactoren van het Bureau Nazorg van het ziekenhuis. Dat bureau speelt een belangrijke rol in het regionale streven om de juiste zorg op de juiste plek te bieden. Schulte was een van de vier inleiders – en gastheer – tijdens de gecombineerde regionale bijeenkomst van twee NVZ-programma’s: JuMP en ZMT!, vorige week in het Amersfoortse ziekenhuis.
 
Indicaties klopten niet
Bureau Nazorg van Meander constateerde enkele jaren geleden dat de helft van de indicaties door de huisartsen niet klopte. ‘In het ergste geval bleek een patiënt met een ELV-indicatie (Eerstelijns Verzorging) zelfs eigenlijk hospicezorg nodig te hebben’, vertelde Schulte. Bureau Nazorg heeft daarop, na overleg met alle partijen in de regio, aangeboden de indicatiestelling over te nemen. Doel? Geen sociale indicaties meer. Geen verkeerde opnames.
 
Verzekeraars aan boord
In het Amersfoortse ziet nu iedereen de voordelen van de nieuwe werkwijze: thuiszorg, verpleeghuizen, huisartsen, het ziekenhuis… ‘En verzekeraars. Zij zijn ook aan boord. Zij zien daarom ook onze problemen.’ Het Bureau Nazorg krijgt dan ook een financiële vergoeding voor de indicaties. Indiceren door het bureau blijkt zijn vruchten af te werpen. Zo zegt de thuiszorg dat ze niet meer met verkeerde indicaties te maken krijgt. De ambities van Bureau Nazorg stoppen hier niet. Schulte: ‘We hebben met alle partijen een jaarplan gemaakt. Daarin staat dat we ook in de avond willen gaan indiceren voor patiënten van de SEH en de HAP, en ’s avonds en in het weekend voor uitplaatsingen.’
 
Transmuraal opleiden
Sacha van Dijk, de tweede spreker, heet officieel Implementation Practicioner en werkt voor de Zorgacademie Midden-Brabant. 'We willen ervoor zorgen dat onderwijs en beroepspraktijk meebewegen met de veranderingen in de zorg. Zorgvragers bewegen zich door alle sectoren van de zorg. Studenten leren onvoldoende om zich door al die sectoren te bewegen. Dus wij richten ons op transmuraal kijken, leren en doen.'
 
Aanjager
Bij de Zorgacademie is een veelheid aan organisaties uit Midden-Brabant betrokken. Zoals roc's, twee hbo-instellingen, organisaties voor thuiszorg, verpleeghuiszorg, zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en een ziekenhuis. Van Dijk is daarbij aanjager, verbinder en facilitator voor transmurale initiatieven tussen onderwijs en zorginstellingen. 'Denk aan een breed scala aan activiteiten, bijvoorbeeld meer samenwerking tussen ZIC's (zorginnovatiecentra). In de toekomst gaat een professional mee in hetzelfde zorgpad als de patiënten. Daarom zijn er transmurale opleidingsactiviteiten en proeftuinen gestart.'
 
Strokeservice Eemland
Optimale zorg voor alle patiënten met een beroerte op de juiste plaats. Dat wil Strokeservice Eemland bereiken. Pien Slingeland is er ketencoördinator. Ook bij dit initiatief is een brede range aan zorgorganisaties in de regio betrokken. 'We zien elk jaar 480 nieuw gediagnosticeerde patiënten. We hebben onze organisatiestructuur op strategisch (bestuurders), tactisch (managers) en operationeel (disciplinegroepen, bijvoorbeeld logopedie) niveau ingericht. Dat laatste is voor de zorg erg belangrijk. Bijvoorbeeld om te zorgen dat het ziekenhuis en het verpleeghuis dezelfde testen voor de patiënt gebruikt, zodat je beter kunt zien of er vooruitgang is.'
 
Ontwikkelingsmodel Vilans
Strokeservice Eemland maakt gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Dat model bestaat uit negen clusters en vier ontwikkelingsfasen. Het helpt ketencoördinatoren, managers en professionals om ketenzorg te evalueren, te verbeteren en te ontwikkelen.
 
Palliatieve zorg voor kinderen
De laatste spreker, Carolien Huizinga, vertelt over de zorg voor een bijzondere groep patiënten: kinderen die palliatieve zorg krijgen. Dat gaat niet alleen, zoals de zaal verwachtte, om kinderen met kanker. 'Oncologie vormt eigenlijk maar een kleine groep. Het gaat meestal om kinderen met een zeldzame aangeboren afwijking. Een groot deel daarvan heeft ook een verstandelijk beperking.' Deze kinderen hebben bij uitstek multidisciplinaire zorg nodig: medische, psychosociale en spirituele zorg. Huizinga: 'Die zorg start vaak al vanaf het moment dat ouders de diagnose te horen krijgen. Het gaat meestal om lange trajecten, waarvan het hele gezin onderdeel is. Kinderen krijgen zorg waar ze die nodig hebben: in het ziekenhuis, thuis, op het kinderdagverblijf of in een kinderlogeerhuis. Ook de nazorg na het overlijden hoort er nadrukkelijk bij.'
 
Mijlpalen
Het Landelijk Kenniscentrum voor Kinderpalliatieve Zorg, waar Huizinga werkt, heeft een aantal mijlpalen op zijn naam staan. Zo werden er door het hele land Kinder Comfort Teams in het leven geroepen, als brug tussen ziekenhuis en thuis. Er kwamen zeven regionale netwerken en een standaard voor een individueel zorgplan. Bij het Landelijk Kenniscentrum kunnen ouders en zorgverleners terecht voor alle vragen rond kinderpalliatieve zorg en er is een artsensteunpunt levenseindevragen. 'Het gaat om verbinden, verbinden en nog eens verbinden', benadrukt Huizinga. 'Om het opbouwen van netwerken.'
 
Ook een regiobijeenkomst ZMT! en JuMP bijwonen? Dinsdag 18 februari ontvangen we je graag in het Bravis ziekenhuis te Roosendaal, met onder meer het verhaal over de Zorgacademie Midden-Brabant. Je kunt je nog aanmelden via deze link.