Nieuwsbericht

Wat verdient de zorgmedewerker?

Profielfoto van Petri Benschop
Petri Benschop
2 november 2020 | 2 minuten lezen

Het is tijd voor een herwaardering van werken in de zorg. Naast discussie over salaris en inspraak van zorgmedewerkers, heeft de coronacrisis namelijk een diepere pijn blootgelegd. Is de manier waarop we onze middelen en welvaart verdelen rechtvaardig? Dit schrijft onderzoeks- en adviesbureau FWG in een essay over de waardering van de zorgmedewerker.

Vitale beroepen

Maatschappelijke ongenoegens over de verdeling van welvaart bestaan al langer, maar zijn door de coronacrisis met name in de zorgsector uitvergroot, ziet FWG. "Deze ongenoegens kwamen duidelijk aan de oppervlakte toen de overheid tijdens de coronacrisis een lijst met vitale beroepen publiceerde: beroepen die nodig zijn om de samenleving draaiende te houden. Volgens de Volkskrant waren dit ironisch genoeg precies de beroepen die al jaren onder druk staan."

Dit heeft geleid tot gesprekken over salaris, opleidingsmogelijkheden en een plek aan de bestuurstafel, maar (nog) niet over de diepere pijn die vraagt om een brede maatschappelijke discussie, aldus FWG. Bijvoorbeeld over de vraag of het bij de waardering van werk uitmaakt of je waarde toevoegt, aan de maatschappij, aan de cliënt of patiënt. "Het raakt aan de vraag of ons werk nog in de pas loopt met onze waarden en behoeften, als individu en als samenleving."

Verschuiving

FWG signaleert in het eigen trendonderzoek al wel een voorzichtige verschuiving in hoe we naar werk kijken en wat we van waarde vinden. Zo schreef historicus en schrijver Rutger Bregman in 2016 al over het thema waarde toevoegen in relatie tot waardering en salaris: "Het bizarre is: juist banen waar nauwelijks iets van waarde wordt gecreëerd – zoals telemarketeers en flitshandelaren – betalen vaak het beste." Ook de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) wijst in het rapport ‘Het betere werk’ op de noodzaak om publiek gefinancierd werk structureel anders te gaan waarderen, organiseren en financieren.

De overeenkomst tussen al deze geluiden, schrijft FWG, is dat men pleit voor meer nadruk op "het maatschappelijk belang" of "de maatschappelijke impact" van werk. "Het lijkt erop dat we bij het waarderen van werk – in salaris, erkenning of aanzien – zijn afgedreven van een belangrijke graadmeter, namelijk: de waarde die werk toevoegt aan de maatschappij."

Intrinsieke motivatie

Het is een thema dat volgens het bureau nadrukkelijk in de zorg speelt. "Een sterke publieke sector (waaronder de zorg) is de basis voor een gezonde en weerbare samenleving. Zorgmedewerkers werken doorgaans vanuit een sterke intrinsieke motivatie, waarbij het groter belang én het patiëntenbelang sterker wegen dan de individuele beloning. De coronacrisis bracht de toegevoegde waarde van zorgmedewerkers duidelijk aan het licht. En daarmee ook de pijn en het gevoel van onrecht dat deze toegevoegde waarde op dit moment onvoldoende samenhangt met waardering, in welke vorm dan ook."

Pleisters plakken

Snelle oplossingen zijn volgens FWG niet voorhanden. "Het gevaar is dat de reflex van het geld optreedt, maar laten we ons niet verleiden om vlug over te gaan tot voor de hand liggende oplossingen en het plakken van pleisters. Deze pijn verdient meer." Meer inzicht in de fundamentele vraagstukken helpt te detecteren waar de echte pijn zit en wat mogelijke oplossingen zijn, besluit het adviesbureau.

Dit is het derde essay dat FWG uitbrengt in de serie 'Hoe verandert corona het werken in de zorg?'. Lees het bericht naar aanleiding van het eerste essay en het bericht naar aanleiding van het tweede essay terug.