Cerfontaine steekt zijn licht op bij ontregelend Albert Schweitzer ziekenhuis

Gerlach Cerfontaine, arts, hoogleraar en oud-bestuurder, is door de minister van VWS aangewezen als speciaal gezant om te adviseren over het terugdringen van bureaucratie in de zorg, in het kader van het actieplan ‘[Ont]Regel de Zorg’. Hij bezocht op 12 december het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) in Dordrecht.

In het Dordtse ziekenhuis gaven diverse zorgverleners en medewerkers hem een presentatie van manieren waarop dit al lukt. Eén daarvan is de BeterMeter. Hiermee kan zorgpersoneel live in een dashboard, per specialisme en afdeling, bekijken hoe het staat met essentiële patiëntscores zoals pijn, verwardheid en ondervoeding. De gegevens komen integraal uit het elektronisch patiëntendossier, dus er hoeft niets extra’s voor geregistreerd te worden.

Zorgverleners met elkaar in gesprek

Zodra in BeterMeter iets verslechtert of opvalt, kunnen zorgverleners met elkaar in gesprek over wat er aan de hand is. Het registreren wordt niet langer ervaren als een verplichte last, maar maakt het werk makkelijker. BeterMeter is door ASz ontwikkeld en trekt inmiddels de aandacht van andere ziekenhuizen.

Vertrouwen en regie

Volgens Cerfontaine leidt de regeldruk ertoe dat tijd voor de patiënt, tijd voor onderling overleg en passie voor het vak in het gedrang komen. “Zorgprofessionals moeten vertrouwen en regie terugkrijgen, in plaats van over elk detail verantwoording te moeten afleggen.” Bestuursvoorzitter Peter van der Meer van het ASz deelt zijn bezorgdheid. “Er is een relatie aangetoond tussen burn-out bij zorgverleners en het werken met digitale dossiers, die continu om honderden muisclicks vragen. Het heeft mijn bijzondere aandacht dat onze toch al schaarse professionals daartegen beter beschermd worden.”

Nieuwe regels en vinklijstjes
 
Cerfontaine zoekt naar manieren om slimmer te werken met digitale systemen, zonder dat daardoor weer nieuwe regels en vinklijstjes ontstaan. Hij draagt bijvoorbeeld als oplossing voor om te proberen iets dat op één plek is ingevuld, op zo veel mogelijk plekken zinvol te gebruiken. Ook stelt hij voor om onderscheid te maken tussen data die wel en niet echt bijdragen aan kwaliteit.